AngstEchter, sommige mensen zijn bang voor situaties die eigenlijk helemaal geen reëel gevaar voor hen vormen. Deze situaties worden verkeerd geïnterpreteerd als gevolg van bepaalde angstige gedachten. Er wordt dan als het ware een vals alarmsignaal vanuit de hersenen naar het lichaam gestuurd, terwijl daar eigenlijk geen reden toe is. Wanneer iemand regelmatig zeer angstig is en deze angst buiten proporties en irreëel is en zulke flinke beperkingen geeft, dat het leven sterk ontregeld wordt, kan er sprake zijn van een angststoornis. PaniekstoornisIemand met een paniekstoornis kan op onverwachte momenten overvallen worden door grote angst door het gevoel de controle over zich zelf te verliezen. De gewaarwording flauw te vallen, dood te gaan of gek te worden is overweldigend. De plotselinge paniek gaat gepaard met angstaanjagende, lichamelijke verschijnselen, die het gevoel nog versterken. Lichamelijke sensaties die veel voorkomen, zijn hartkloppingen, zweten, trillen, misselijkheid en ademhalings-problemen. Veel mensen hebben weleens een paniekaanval meegemaakt, maar er is pas sprake van een paniekstoornis als de angst voor paniekaanvallen het leven gaat beheersen. Er wordt gevlucht uit situaties zodra beangstigende, lichamelijke sensaties beginnen. Op den duur kunnen bepaalde situaties juist helemaal vermeden worden. Op korte termijn geeft dit rust, maar de gevolgen op de lange termijn zijn des te heftigerOorzakenFaalangst kan het gevolg zijn van een sterke druk tot presteren in een bepaalde leeromgeving, maar ook van iemands aanleg, zoals een gebrek aan zelfvertrouwen of sociale angst. Faalangst kan ook voortkomt uit de eigen innerlijke drang tot het leveren van prestaties, ook wel [[prestatiemotivatie]] genoemd. Bij kinderen kan faalangst optreden als een kind niet kan voldoen aan bepaalde eisen van de [[leerkracht]] of [[ouders]] , of als zij de capaciteiten van het kind te hoog inschatten. Faalangst kan worden versterkt als zij niet de nadruk leggen op wat het kind goed doet, maar juist op wat het fout doet. Dit blijkt bijvoorbeeld door het beste resultaat wat een kind kan krijgen aan te duiden met [[correctiewerk|”nul fout”]] (in plaats van ”helemaal goed”) of door overdreven gebruik van het [[rood (kleur)|rode]] [[potlood]] bij het kleinste foutje van het kind. |
Contactgegevens |
Deel deze pagina |
Contact
| Laat een bericht achter | Zoeken |